Duo Vief & Ed – Met de liefde alleen

‘Quand on n’a que l’amour’ was het liedje van de grote doorbraak van de jonge Jacques Brel in 1956. Dit chanson sluit goed aan bij ons tijdperk vonden we, en daarom maakten we er een artistieke vertaling van die dicht bij het origineel blijft.

Voorts ligt er in dit nummer ook een link naar de toenmalige Nederlands(talig)e kleinkunst : Waar Brel zingt ‘en simple Troubadour’ vertaalden wij ‘van aardse kwalen besmet, Troubadour Prikkebeen’. Meester Prikkebeen – een begrip in de Nederlandse Kleinkunst – was de 19de-eeuwse eerste Nederlandse stripheld die in de sixties bezongen werd door Boudewijn De Groot.

Er zijn in dit pandemisch tijdperk ook in de Lage Landen talloze artiesten, ‘Troubadours Prikkebeen’, in de problemen gekomen en dit mag een eresaluut aan hen zijn! Daarbij kan een ‘prikkebeen’ ook begrepen worden als een doorprikt ‘vaccin-been’…

Jacques Brel mag dan wel in de eerste plaats een chansonnier zijn geweest; hij was zeker ook een kleinkunstenaar van de Lage Landen met veel cabaretesk plat pays en pays-bas in het bloed! Een ‘Troubadour Prikkebeen’ die in de muziek vocht met de Nederlandse taal. Daarin was hij zeker niet de enige!