A Tu Lado is de titel van de muzikale collab tussen Trinity en Roberto Rosso, in samenwerking met producers XONAR en GIDI. Het resultaat, een uptempo track met de onmiskenbare Latinoinvloeden, gaat over de gedachte dat er altijd Iemand is die naast je staat. Ook in moeilijke of eenzame tijden.
VOORTHUIZEN – Trinity-frontman Elbert Smelt en dj Roberto Rosso kwamen elkaar tegen bij BEAM, de jongerenafdeling van de Evangelische Omroep. Het klikte tussen de heren en de mannen van Trinity besloten samen te werken met deze “jonge hond” achter de knoppen. Op een zaterdagochtend in juli, te midden van een opgeblazen reuzenflamingo, zitten hij en twee afgevaardigden van de craftsmen of heavenly parties, de gebroeders Smelt, in de studio bijeen om bij te kletsen over hun laatste project. Over zomer vibes, beschermengelen, hybride muziekvormen en missies die elkaar raken.
Aanvankelijk kozen jullie voor Ángel guardian maar uiteindelijk hebben jullie voor een andere titel gekozen.
Elbert: “Ángel guardian was de werktitel maar we merkten dat iedereen het in het Engels ging zeggen.”
Niek: “We hebben het eerst afgekort naar Ángel maar dat is ‘angel’ in het Nederlands, dus dat vonden we ook niet zo tof. Daarom hebben we in het liedje gezocht naar wat echt lekker bekt en toch echt Spaans is. En toen kwamen we uit op A Tu Lado (Aan je zij).”
Hoe verliep het muzikale proces?
Roberto Rosso trapt af: “Eerst ben ik met Peter Warnaar (XONAR) gaan nadenken over wat vet zou zijn als remix voor May You Have (Ik Wens Jou) [het succesvolle liedje van Trinity uit 2014, red]. Daar begon het mee. Uiteindelijk zijn we met z’n allen samengekomen. Algauw kwamen we tot de conclusie dat het geheel misschien te ‘lief’ was, dat we iets anders moesten proberen, iets meer tempo en misschien wel iets Spaanstalig. Elbert schreef een nieuwe tekst maar wel in hetzelfde thema als May You Have. Vervolgens zijn we met een trompet en een trommel aan de slag gegaan op
verschillende BPM’s (beats per minuut) om een nieuwe song te schrijven en het basis arrangement op te nemen. Dat was reuze interessant om te doen. Daarna is Peter het Landó-achtige sfeertje verder gaan uitwerken op de computer. De uitkomst daarvan hebben we steeds meer gecombineerd met het organische.”
Organische?
Niek valt in met een knipoog naar de dj: “Dat is een nieuw woord hè dat je geleerd hebt.”
Rosso schiet in de lach: “Ja het meest gebruikte woord van deze samenwerking is organisch.”
Niek: “Ja want het is een soort huwelijk tussen organisch en elektrisch (EDM).”
Elbert: “En dat is wel echt interessant. Wij (Trinity) denken heel bandjesachtig, vanuit echte, akoestische instrumenten, terwijl Roberto natuurlijk denkt vanuit de computer. We hebben nu een nummer te pakken wat echt een perfect huwelijk is tussen die twee.”
Niek: “We zijn dus begonnen in onze studio met gitaar, vocals en een trompetje. Ik denk dat toen we tegelijkertijd gingen jammen en opnemen, we al schrijvend de opnames steeds iets verder opgeschaafd hebben tot we allemaal tevreden waren. We hebben zelfs het hele tempo nog een keer aangepast [van 100 en 90 BPM naar 95 BPM, red]. Alles in drie weken tijd trouwens. We hebben elkaar best wel intensief gezien elke week.”
Rosso: “Maar vooral heel erg leuk. Echt lachen.”
Niek: “Vooral heel erg leuk en gezellig, tot in de late uurtjes. De volgende ochtend waren wij allemaal helemaal brak. We zijn allemaal jonge vaders.”
Rosso grinnikt. “Ja… jullie hè!”
“Roberto was wel degene die ons energie gaf als ons kaarsje aan het uitgaan was,” geeft Elbert toe.
Wat hopen jullie met dit liedje te bereiken?
Niek: “We hopen op veel zon in dit regenachtige landje.”
Elbert: “Veel zon in huis en buitenshuis, dat mensen elkaar een beetje gaan opzoeken. Veel gevoel van saamhorigheid en veel hemels feest. Dat is waar wij altijd voor staan en dat is ook waar wij elkaar in herkennen.”
Niek: “Roberto Rosso staat ook echt garant voor een goed feestje.”
Elbert: “Voor een goed, verantwoord feestje waar gekkigheid echt prima is. Ik denk dat we elkaars missie ook herkennen daarin. Dat iedereen welkom is. Dat niks te gek is. En waarin er ook plek is voor de losers en de nerds, en de mensen die zichzelf altijd een beetje raar voelen. Ja toch hè?”
Niek: “Ja. Dat is de ‘core-ideologie’ erachter. Daarnaast is het een heel Spaans-Latino nummer gemaakt door hele blanke…”
Rosso breekt in: “Boerenpummels.”
Niek: “…boerenpummels uit de Veluwe. Het is ook gewoon leuk om te kijken waar ter wereld mensen het beluisteren en of ze volledig verrast worden en zich afvragen: wie zit hierachter? Maar dat is een bonus. Het zou gewoon heel leuk zijn als het ergens in Brazilië gedraaid wordt op een feest.”
Elbert: “Het zou heel leuk zijn als hij de wereld overgaat.”
A Tu Lado doet erg denken aan al die reggaetón die afgelopen jaren de wereld overging.
Niek: “Yes, dat is echt de invloed van XONAR en van Roberto Rosso die ons hebben geïnspireerd om
poppy-latino-reggaetón te denken.”
Elbert: “Ja. Anders hadden wij wat meer in het organische blijven hangen denk ik. Wat prima is op zich maar in dit geval, om het lekker ‘commercieel’ te krijgen, was het echt fijn dat die jongens erbij waren.”
Rosso: “Het zit al in de melodie.”
Niek: “Ja klopt.”
Elbert: “En het grappige was ook nog dat Peter, net als ons, een ‘missionkid’ is uit Zuid-Amerika. Hij is opgegroeid in Ecuador, als kind van zendelingen, waar wij dus opgegroeid zijn in Peru. Dat was ook een heel leuk herkenningspunt met de taal, het Spaans van de straat. De dansfeestjes die we op straat hebben gezien, waar wij dan als christelijke jochies nooit naartoe mochten. Die hebben we nu heerlijk proberen na te doen qua sound. En dan willen we een feestje creëren waar íedereen welkom is.” Dat rappe reggaetón refreintje dat jij zingt Elbert, was dat geen uitdaging voor je?
Elbert: “Het zat er eigenlijk wel vrij snel in. Ik deed het alleen ietsje meer op z’n Peruaans. En dat was leuk om te doen.”
Rosso: “Het mocht iets ‘viezer’ zeg maar.”
Elbert: “Het mocht iets viezer, maar dat wist Roberto dan weer in te brengen. Die jongens waren er goed in om het geheel een beetje streetwise te maken.”
Tot slot. Is dit een opmaat voor verdere samenwerking?
Elbert: “Het smaakt zeker weten naar meer! Wij werken niet zomaar met iedereen. We zijn altijd wel op zoek naar een klik. Als die klik er eenmaal is, dan blijven we elkaar vaak ook wel een beetje trouw.”
Niek: “Wellicht is het een leuke traditie om elke zomer een nieuwe remix uit te brengen.”
Rosso: Ik zou nog wel een keer een hardstyle remix van Fiesta Celestial willen maken.”
Elbert: “Ja dat lijkt mij echt heel erg leuk. Wij luisteren echt niet alleen organische, akoestische muziek.”
Niek: “Alleen wij zijn niet opgegroeid in de elektronische muziek.”
Elbert: “Nee, het is niet onze moedertaal.”
Niek: “Maar die hybride vorm tussen akoestische instrumenten met elektronische dingetjes vinden wij heel tof. We zijn heel trots op wat wij tot nu toe samen hebben bereikt.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.